In mijn boek ‘Maak veiligheid voelbaar’ gaat het over de wetenschap van je veilig voelen, de zogenoemde Polyvagaal theorie. Één van de belangrijke onderdelen van deze theorie is de neuroceptie. Ik vertel jullie er graag meer over.
Waarom? Nou omdat dit een van die concepten is in deze bijzonder boeiende theorie die super bruikbaar is in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Naast co-regulatie, waar ik al eerder een artikel over schreef en de hiërarchie van je autonome zenuwstelsel is neuroceptie een van de drie pijlers waar de polyvagaal theorie op gebouwd is.
Neuroceptie is wat mij betreft een van de termen waar we het in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking veel vaker over zouden moeten hebben. Waarom? Lees snel verder
Wat is neuroceptie precies?
De term ´neuroceptie´ beschrijft de manier waarop het autonome zenuwstelsel informatie verzameld en verwerkt zonder gebruik te maken van het denkende brein.
Neuroceptie is eigenlijk ontdekken zonder bewustzijn. Het is de reactie van het autonome zenuwstelsel op signalen die niet alleen vanuit de wereld om ons heen maar ook uit ons lichaam komen (Porges 2004) Informatie vanuit de inwendige organen (hart, longen, darmen) signalen over de plek waar we ons bevinden én informatie over contact met de mensen en de dingen om ons heen zijn allemaal belangrijke onderdelen van neuroceptie. Al voordat het brein een ervaring begrijpt en er betekenis aan verleent, heeft het autonome zenuwstelsel via het proces van neuroceptie een inschatting van de situatie gemaakt en een respons op gang gezet
Het leven dat we ervaren is een verhaal dat ontstaat in onze autonome toestand, informatie die via autonome systemen van het lichaam naar de hersenen wordt gestuurd en vervolgens in de hersenen wordt vertaald in overtuigingen die de leidraad vormen voor ons dagelijks doen en laten. Het brein verteld wat het lichaam al weet. De polyvagaal theorie maakt een belangrijk onderscheid tussen perceptie en neuroceptie.
Perceptie is dat wat we ervaren en hoe we dit beoordelen, ons brein neem een belangrijke rol in bij perceptie. Heel anders is het bij neuroceptie, die reflexief is en waarbij signalen triggers zijn voor veranderingen in autonome toestand zonder dat we ons bewust zijn van de invloed van die signalen. Neuroceptie leidt tot onderbuikgevoelens, gevoelens recht uit je hart, de impliciete gevoelens die ons in beweging zetten op weg naar veiligheid. Neuroceptie kan je dan ook beschouwen als lichamelijke signalen die besluitvorming en gedrag beïnvloeden zonder dat mensen zich expliciet bewust zijn van de signalen die de aanleiding waren tot die beslissingen en gedragingen. Het autonome zenuwstelsel gebruikt neuroceptie om waar te nemen wat er van binnen gebeurt, in je inwendige organen, en wat er buiten je lichaam plaats vindt. Het scant je omgeving en voelt het als je verbinding maakt van met een ander zenuwstelsel
Via het proces van neuroceptie schat het autonome zenuwstelsel risico`s in en onderneemt het actie. Wanneer er via neuroceptie een bedreiging wordt waargenomen, reageren we daarop met vluchten, vechten of ineenstorting. Dit zijn de meest bekende stressreacties.
Wat vormt jouw neuroceptie?
Sommige kenmerken van van neuroceptie zitten ingebakken in ons zenuwstelsel en vormen een gemeenschappelijke menselijke ervaring. Dit zijn adaptieve strategieën die door de evolutie zijn doorgegeven. Een voorbeeld hiervan is onze reactie op geluid (trilling en frequentie). Andere triggers voor neuroceptie zijn juist heel individueel en ontstaan in reactie op persoonlijke negatieve en positieve ervaringen. Neuroceptie zorgt ervoor dat we van toestand veranderen, het kleurt onze ervaringen en het zet een autonome reactie in werking. Vaak is het zo dat we ons helemaal niet bewust zijn van een stimulus, maar juist wel heel sterk van de fysieke reactie. Neuroceptie bepaald dus de toestand en de toestand bepaald vervolgens de respons.
Het belang van het begrip neuroceptie in het werken met mensen met een verstandelijke beperking.
Bij mensen met een ernstige of matige verstandelijke beperking zal er veel van het begrip van de wereld om hen heen lopen via de neuroceptie. Aangezien er van perceptie lang niet altijd sprake kan zijn. Het is dus ontdekken zonder bewustzijn dat ze doen, zonder dat ze daarbij geholpen (of gehinderd?) worden door perceptie. Dit makt hun reactie vaak heel puur en authentiek. De gevoeligheid voor de spanning of ontspanning bij de personen in hun omgeving zijn dan leidend voor hun gevoel van veiligheid. Wat voel ik bij jou en wat gebeurt er tussen ons? Net als de signalen die hun lijf afgeeft. Doet `t ergens pijn, heb ik het te warm, dorst, honger. Allemaal signalen van onveiligheid van binnen in jouw lijf. Als je verstandelijk functioneert op de leeftijd van een baby en je bedenkt je dat baby`s ook nog maar slechts onderscheid maken tussen lust en onlust. Iets is veilig of iets is onveilig. Het is een woordeloze ervaring. Neuroceptie geeft ons een zorgvuldig antwoord op de vraag: ben ik op dit moment veilig of dreigt er gevaar? Dat maakt neuroceptie ons innerlijk beveiligingssysteem.
En als je de wereld om je heen vaak niet snapt, er wordt niet goed aangesloten bij jouw basale behoeftes, of je kan `t niet volgen omdat `t te snel gaat dan heb je de kans dat je veel situaties in het heden of het verleden als onveilig hebt ervaren. Dit kleurt jouw reactie op de situaties in het hier en nu. Als het autonoom zenuwstelsel zich heeft ontwikkeld in zo`n ‘chronisch onveilige’ omgeving, ontstaan er veelal patronen die tot te sterke of te zwakke reacties leiden. Dit zie je vaak terug in gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking, zoals in zichzelf gekeerd gedrag, zelfverwonding, zich afzonderen of vechten. Neuroceptie is dus iets om sterk rekening mee te houden.
Hoe werk je aan een neuroceptie vriendelijke omgeving?
· Ga op zoek naar de signalen van veiligheid en die van onveiligheid van de persoon met de verstandelijke beperking. Denk niet te snel: er is niks om je onveilig over te voelen, op basis van eerdere ervaringen kan iemand een onveilig gevoel krijgen en daarom zo reageren. Wees geduldig en zoek naar signalen van veiligheid die je bewust in kan zetten. Bijvoorbeeld geuren en geluiden kunnen een gevoel van veiligheid vergroten of verkleinen. Wees nieuwsgierig hoe dit zit voor de persoon met de verstandelijke beperking waar jij voor werkt.
· Jij als begeleider hebt een belangrijke rol in het gevoel van veiligheid. Het autonoom zenuwstelsel van jouw cliënt zal scannen of jij je veilig of onveilig voelt. Weet jij hoe je actief kunt werken aan jouw eigen kalmte? Hier alvast een tip: Gebruik je ademhaling daarvoor, adem diep in en uit een paar keer, waarbij je het accent legt op de uitademing. Of zucht eens een paar keer.
· Wees je als begeleider dus ook bewust van jouw eigen signalen van veiligheid of onveiligheid. Wanneer voel jij je veilig of onveilig? Hartcoherentietraining is een mooie manier om je bewustwording van hoe jij je voelt te vergroten. Ook leer je hoe je stress kunt veranderen in kalmte met behulp van onder andere je adem.
· Wees attent op de vroege signalen van je cliënt waarmee hij of zij aangeeft dat er sprake is van onlust of onrust. Hoe eerder jij iets probeert te doen om aan te sluiten bij de behoefte van de cliënt, hoe veiliger hij / zij zich kan voelen.
Wil je leren hoe jij als begeleider bij kan dragen aan een omgeving die veilig voelt?
Wil je meer zicht krijgen op die vroege signalen van stress zowel bij jezelf als bij de cliënt?
Dan raad ik je aan om mijn boek te lezen over neuroceptie en de andere onderdelen van de polyvagaal theorie, ga actief aan de slag voor de cliënt én jezelf.